Lange tijd kregen cliënten maaltijden vanuit grote instellingskeukens. Veel stamppot en broodpap, weinig variatie. Met de komst van gewone woningen kan een aantal bewoners eigen maaltijd bereiden, met of zonder hulp.
Lange tijd kwamen de maaltijden en koffie en thee uit grote instellingskeukens. De keuken bepaalde hoeveel boterhammen iemand kreeg en wat er op zat. Vanaf de jaren tachtig kwam er meer keuze in de menu's. Vanaf de jaren negentig werden de centrale keukens langzamerhand vervangen door eetkeukens in de woningen zelf. Op de meeste plaatsen koken cliënten en begeleiders tegenwoordig zelf, vaak met hulp van een vrijwilliger. In sommige woningen komen kant-en-klare stoommaaltijden.
De maaltijden waren lange tijd sober. Meestal was er stamppot met spek. Het was een hele vooruitgang toen op zondagen aardappelen, vlees en groente apart werden opgediend. Een toetje kwam pas veel later. Snoep kregen de kinderen zelden of nooit. Als de directeur jarig was, was er een extraatje. Op een gegeven moment kregen bewoners een koekje bij het zondagse kopje koffie.
In de meeste instellingen bestond er lange tijd klassenververpleging en klassenvoeding. Niet in Noordwijk, stafleden en bewoners kregen daar dezelfde maaltijd. In Ermelo was er wel verschil. In de jaren twintig kregen de directeur, het bezoek en de klassenpatiënten eerste klas eten. De zusters kregen tweede klas eten. Gewone bewoners kregen derde klas eten. In Druten heetten klassenpatiënten pensionaires. Veel later, in de jaren tachtig, at iedereen hetzelfde. Alleen niet tijdens Ermelose bestuursdiners. Dan werd een aparte tafel gedekt met wit damast, porselein en kristal. Het bedienend personeel droeg voor die gelegenheid een uniform.
In de jaren zeventig was koffie was een dagelijkse traktatie. De koffie kwam in grote containers vanuit de centrale keuken. Melk en suiker zat er standaard in. De koffie werd tijdens een koffiepauze in tinnen kroezen ingeschonken en op een ijzeren dienblad apart gezet om af te koelen. Het koffiemoment duurde slechts enkele minuten.
Vroeger aten cliënten wat de pot schafte. In de jaren tachtig werd er nog altijd veel vanuit de instellingskeuken bepaald en geleverd, maar er kwam meer keuze in de menu's en het brood werd niet meer in de keuken belegd. Afdelingen kregen een eigen koffiezetapparaat en konden via lijsten hun wekelijkse proviand bestellen. Voor mensen met ernstige beperkingen is kiezen vaak moeilijk. Voor hen zijn methodes ontwikkeld om eenvoudige eigen keuzes te kunnen maken.
Zelfstandig leren eten kent vele gezichten en je kunt er ook nog plezier aan beleven.